
De Brain-Computer Interface (BCI) is een communicatiesysteem dat in één of twee richtingen werkt en apparaten via een hersensignaal aanstuurt. De BCI bouwt een brug tussen menselijke gedachten en een computersysteem.
De Brain-Computer Interface zet activiteit in het brein om naar bedieningscommando's (meestal gemeten door ElectroEncephaloGraphyin) en wordt op diverse domeinen ingezet, waaronder gezondheid, entertainment, communicatie en robotica.
Tegenwoordig gaat het er vooral om de emotionele toestanden of bewegingen die iemand van plan is te maken op te vangen. In deze fase zou een BCI al kunnen weten of iemand 'ja' of 'nee' denkt.
Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen invasieve en niet-invasieve BCI's. Invasieve systemen worden ingeplant (er is contact met de hersenen); niet-invasieve systemen vangen de hersensignalen doorgaans op via de hoofdhuid, met behulp van sensoren die op het hoofd worden bevestigd.
Dankzij deze technologische evolutie zal het mogelijk worden om op een nieuwe manier te interageren en communiceren met allerlei applicaties en het gedrag en emoties van de consumenten beter te begrijpen. Bij deze nieuwe vorm van technologie worden vaak ethische vraagtekens gezet.