TF1 bij IP - de opinie van Jean-Paul Philippot, administrateur-generaal van RTBF

JP-Philippot.jpg

De recente aankondiging van de komst van TF1 bij IP heeft de markt verrast. Jean-Paul Philippot, administrateur-generaal van RTBF, reageert.

Op 24 juni jongstleden sloeg RTL iedereen met verstomming door aan te kondigen dat haar reclameregie IP voortaan voor TF1 zou werken. Maar meer nog dan een verrassing is dit een wake-up call. De Belgische reclamemarkt wordt bedreigd en we moeten de moed hebben om die analyse te maken. 

Nog geen drie jaar geleden had RTL de Franse zender TF1 letterlijk gedemoniseerd door hen een economische aasgier te noemen. Dat verwijt staafden ze met een resem redenen waarom ze nooit met TF1 zouden samenwerken en ze hebben gelobbyd om te voorkomen dat RMB, de reclameregie van de RTBF, die van de Franse zender zou worden. De herstructurering van RTL in 2018 werd deels verklaard door de komst van de zender en leidde tot desinvesteringen in het programma-aanbod.

Het is ongezien in Europa dat twee zenders uit aanpalende landen de handen in elkaar slaan om de reclamemarkt van een derde land op te slokken zonder de minste verplichting om er lokaal te investeren. Bovendien is het een schizofrene samenwerking omdat de Luxemburgse en Franse partners zich tot nagenoeg dezelfde doelgroep richten. Het risico is dus reëel dat een monopolistische situatie ontstaat in het televisielandschap in Franstalig België, ten nadele van de diversiteit van het kijkerspubliek, die de adverteerders nochtans broodnodig hebben.

De RTBF is altijd een vurige verdediger geweest van kwaliteitsvolle producties over gevarieerde onderwerpen en met name lokale producties konden op de steun van de RTBF rekenen. Vanuit die positie - de kern van het DNA van de openbare dienst - was het logisch dat we graag hadden gezien dat TF1 in zee ging met RMB, de reclameregie van de RTBF. Op die manier konden we een zekere sereniteit garanderen op de Franstalige markt in België. Deze samenwerking werd ook vanuit redactioneel oogpunt bekeken met het project om te investeren en te coproduceren met TF1 in België.

Het feit dat de reclame-inkomsten die in het Belgische publiek worden geïnvesteerd terechtkomen bij twee buitenlandse zenders, doet heel wat wenkbrauwen fronsen. De kans is namelijk groot dat slechts een fractie van die middelen opnieuw in de sector zal worden geïnvesteerd om Franstalige auteurs, technici of kunstenaars uit België te financieren. Nochtans heb je die lokale dynamiek nodig om meerwaarde te creëren, om originele reclame te maken waarin mensen zich herkennen, om kwaliteitsvolle communicatie te ontwikkelen waar de merken beter van worden. Het schrikbeeld van een marktblokkering veroorzaakt door zenders die exclusiviteit nastreven, lijkt dichterbij dan ooit.

We zijn in een bedroevend karikaturale situatie beland vergeleken bij onze buren in het noordelijke landsgedeelte, waar commerciële uitgevers lokaal zijn, waar dankzij de juiste investeringen een ecosysteem van onafhankelijke productiehuizen is ontstaan die bijdragen aan de rijkdom van het televisieaanbod en waar op lokaal niveau werkgelegenheid en waarde worden gecreëerd. De toekomst van onze markt blijft een vraagteken. Het mag dan komkommertijd zijn, we mogen niet onderschatten hoe snel het verdienstelijke ecosysteem dat onze lokale markt zo nodig heeft, teniet kan worden gedaan. De investeringskeuzes die u maakt als adverteerder zullen in dat opzicht bepalend zijn.

Jean-Paul Philippot
Administrateur-generaal RTBF

De opinies in deze bijdrage zijn eigen aan de auteur en vertegenwoordigen niet noodzakelijk de opinie van UBA.

Media