GlobalWebIndex: 39% van de televisietijd wordt online besteed

TV en ligne.jpg

Het laatste rapport van de GlobalWebIndex dat gewijd is aan online televisie (gebaseerd op bijna 140.000 respondenten uit 45 landen die bevraagd werden tijdens het eerste trimester) toont dat de tijd die daaraan besteed wordt, zoals verwacht aanzienlijk stijgt. Hij vertegenwoordigt vandaag 39% van het dagelijkse televisietotaal (versus 26% in 2013).

Elke dag neemt televisie 1u17 van de tijd die naar online activiteiten gaat voor zijn rekening (die zijn overigens in totaal goed voor gemiddeld 6u49); klassieke televisie vertegenwoordigt bijna 2u.
 

Hoewel het aandeel van online tv in alle landen en binnen zowat alle leeftijdscategorieën toeneemt, zijn het de 25-34-jarigen die de meeste tijd besteden aan streaming (1u33) en de 16-24-jarigen die de meeste tijd uittrekken voor online tv in het algemeen.
 
Toch blijft de gehechtheid aan klassieke tv groot. Het blijft de meest bekeken vorm: 43% van de respondenten kijkt bijna elke dag, 19% gebruikt SVOD diensten en 12% bekijkt programma’s in catch-up of on demand. Deze twee laatste kijkvormen zijn het populairst bij diegenen die slechts vier of vijf keer per week tv kijken, daar bedragen de percentages 42% voor catch-up tv of on demand tv, 39% voor live tv en 37% voor abonnementen.
 
Andere lessen.
Digitale consumenten kiezen niet specifiek voor een bepaalde televisievorm, maar wel voor gecombineerde kijkwijzen, aangezien ze broadcast en online als complementair beschouwen.
 
De auteurs van de studie zijn van oordeel dat het kijkgedrag verschuift van het traditionele tv-toestel naar online kijken, naar de sociale media. Ze hebben het over platformen die zo sterk verankerd zijn in ons leven dat de transfer heel gemakkelijk zou kunnen gaan, zonder dat de consument ervan wakkerligt, omdat hij het toch al gewend is om video’s te kijken op deze platformen.
 
Vandaag tellen we 2,5 devices per gebruiker om online tv te kijken, waarbij de proportie van de mobiele devices groeit. Die worden iets vaker gebruikt dan de desktop (ook al is het verschil miniem). De komst van 5G zou het gewicht van mobile de komende jaren aanzienlijk kunnen versterken.
 
Netflix is nog steeds met ruime voorsprong nummer een bij de streamingdiensten in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika, waar de dienst door 40% van de internauten gebruikt wordt. 

Nog een interessante vaststelling in de aanloop naar de komst van een reeks concurrerende diensten voor Netflix - Disney+, Apple TV, etc.: de vele beschikbare diensten ‘vermoeien’ de consumenten. Volgens het onderzoek heeft het almaar groeiende aanbod negatieve effecten op psychologisch, emotioneel en gedragsvlak, keuzestress door het te grote aantal opties.
 
Nog enkele cijfers voor België tot besluit (1.274 respondenten): 35% zegt programma’s te bekijken via catch-up of on demand. Hetzelfde percentage kijkt minstens een keer per week naar een SVOD-dienst. Online wordt 39’ per dag tv gekeken, net zoals in Nederland (40'), iets meer dan in Frankrijk (36'), iets minder dan in Duitsland (46') en veel minder dan in het Verenigd koninkrijk (1'10").

Documenten

Media Research & Insights