CIM RAM jan-juni: een per definitie atypische publicatie

radio.jpg

Zoals Stéphanie Piret, de voorzitster van de Technische Radiocommissie van het CIM, uitlegt in haar methodologische inleiding voor de resultaten van januari tot juni van de RAM-studie, was het tijdens deze periode onmogelijk om face-to-face interviews af te nemen en die vertegenwoordigen 70% van de studie in haar huidige vorm:

“Veldwerk van zo’n omvang en met dergelijke hoge kwaliteitsstandaarden als die van het CIM RAM veldwerk, laat zich niet gemakkelijk verplaatsen. Tot op heden was elke omschakeling in de studie het gevolg van een denkproces van meerdere maanden, een termijn waarover we deze keer niet beschikten. Op enkele weken tijd hebben we een nieuwe aanpak moeten uitrollen die toeliet om de radioconsumptie te blijven meten.”
 
De gekozen oplossing die vanaf mei tot eind juni gehanteerd werd, maakt gebruik van een telefonische rekrutering onder leiding van Ipsos – dat dus zijn opwachting maakt in deze studie – gevolgd door een online interview door GFK. “Dit nieuwe veldwerk liep parallel met de 30% online veldwerk, dat op zijn beurt relatief normaal is kunnen verdergaan”, aldus Stéphanie Piret. “Het nieuwe telefonische veldwerk doet een beroep op een RDD-oplossing die zichniet beperkt tot vaste telefoonlijnen, maar die eveneens de mogelijkheid biedt om mobiele respondenten te bereiken. Daarnaast werd er nog een tweede nieuwigheid ingevoerd: een mobiel luisterdagboek dat al maandenlang werd voorbereid, maar nu sneller werd gelanceerd.”
 
De golf dekt de periode van januari tot half maart in combinatie met de periode mei-juni, dus zonder de strikte lockdownperiode (van half maart tot eind april).
 
“De maanden juli en augustus werden gewijd aan analyse van de resultaten en de voorbereiding van het nieuwe “corona-proof” veldwerk bij de start van het nieuwe schooljaar. Dit jaar zal er bijgevolg geen publicatie zijn die de zomermaanden omvat; we zullen moeten wachten op de resultaten van het nieuwe schooljaar”, besluit Stéphanie Piret.
 
Sommige spelers, zoals IP, hebben bedenkingen bij de publicatie. De regie van RTL verwijst naar de ongebruikelijke mediaconsumptie zoals die de laatste maanden vastgesteld werd (extra nieuwsconsumptie bij bepaalde doelgroepen, thuiswerk, minder verplaatsingen in de auto) en merkt op dat telefonische enquêtes veel moeilijker te voeren zijn bij bepaalde doelgroepen, zoals de jongeren en de volksere sociale groepen. Bovendien, aldus de regie, dienden mei en juni om de “methodologie in te huldigen, zodat ze optimaal beheerst wordt vanaf september”.
 
Ook Kim Beyns, COO van NGroup, stelt vast dat de aangepaste methodologie in het voordeel speelt van “zenders die zich tot een bereik in de hogere sociale groepen richten”: “Die boeken opvallende stijgingen die vragen oproepen. We vragen het CIM hier in het bijzonder op te letten bij het vervolg van de studie. De radio is een medium voor het grote publiek en de meting mag geen negatieve impact hebben op formats die zich bewust tot een populairder publiek richten”, besluit Beyns.
 
Vlaanderen: Radio 1 ziet dagbereik stijgen
 
In Vlaanderen blijft de ranking onveranderd, met uitzondering van Radio 1 dat een plaats verliest, ten voordele van Joe. De DPG-zender ziet zijn luisterduur stijgen met 13' (tot 215') terwijl zijn daily reach daalt. Hetzelfde geldt voor Qmusic, dat op de tweede plaats staat na Radio 2: de DPG-zender verlengt zijn luisterduur (van 157' tot 167'), maar het dagbereik daalt met 8% tot 756.520 luisteraars. Dezelfde opmerking geldt voor Studio Brussel dat zijn dagbereik ook met 8% ziet dalen (tot 530.020 luisteraars), maar zijn luisterduur met 11’ verlengt (200').  
 
Globaal daalt de reach van de meeste grote Vlaamse zenders, met uitzondering van Radio 1 en in mindere mate Klara (gezien zijn marktaandeel van 2,68. Radio 1 ziet zijn bereik toenemen van 633.250 tot 639.520 luisteraars per dag en Klara van 166.370 naar 183.660.
 
Het koptrio blijft onveranderd in het zuiden
 
In marktaandeel blijft het koptrio van de Franstalige zenders onveranderd ten opzichte van de vorige publicatie (november 2019-februari 2020) met Nostalgie (14,87%) voor VivaCité (14,03%) en Contact (11,99%).
 
Daarachter winnen Classic 21 (11,30%) en La Première (7,30%) een plaats. Ze steken respectievelijk Bel RTL (9,81%) en NRJ (6,72%) voorbij. Net als VivaCité gaan de twee RTBF-zenders vooruit in daily reach en in luisterduur, vooral La Première dat afklokt op 352.570 dagelijkse luisteraars (+19,6%).

Media